PHS-GON: Zienswijze tegen MER en inloopbijeenkomsten

  • Dorpsraad Gorssel verzet zich, samen met de dorpsraden Eefde, Epse/Joppe en RONA tegen plannen voor intensivering van het goederenvervoer over de bestaande sporen in oost Nederland, o.a. langs Eefde, Gorssel en Epse.
  • Er is een Milieu-effectrapportage gepubliceerd – MER 1e fase – die aanleiding geeft tot veel commentaar en vragen.
  • RONA en Dorpsraad Gorssel zullen zienswijze indienen tegen deze MER en roepen anderen op dat ook te doen. Dat kan tot 8 juli 2013
  • Het ministerie en ProRail organiseren informatiebijeenkomsten in de Schouwburg Deventer op maandag 24 juni, en in De Boode in Bathmen op donderdag 27 juni, van 17.00 tot 21.00 uur

De plannen (PHS en GON)
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) werkt aan het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) dat de sporen in het westen meer ruimte moet geven voor personenvervoer. Gevolg daarvan is, dat goederentreinen moeten uitwijken naar bestaande sporen in oost Nederland en dan vooral ’s nachts, het plan Goederenvervoer Oost Nederland (GON). Dat zou neerkomen op minstens 36 en mogelijk 61 extra goederentreinen per etmaal en dat heeft grote invloed op de kwaliteit van de omgeving en veiligheid langs deze sporen. Die treinen zouden dan gaan rijden over bestaande sporen, waarvoor vier alternatieven worden onderzocht. Die gaan allemaal van Arnhem naar Eefde en vandaar óf langs het kanaal naar Lochem, Goor en Hengelo, óf vanaf Eefde langs Gorssel en Epse naar Deventer en vandaar naar Hengelo.
Meer hierover onder Activiteiten op deze website.

Milieu-effectrapportage
Op 21 mei jl. is een MER-1e fase gepubliceerd. U kunt het inzien op de website van het Centrum Publieksparticipatie van het ministerie van I&M.
De Dorpsraad Gorssel en het RONA (Regionaal Overleg Noordelijke Aftakking – de vereniging waarin dorpsraden en allerlei belangenverenigingen langs het spoor zich hebben aangesloten), heeft de MER bestudeerd en zijn zeer kritisch over de inhoud daarvan. (zie samenvatting hieronder). Zij zullen dan ook een zienswijze indienen, waarmee de gebreken, onjuistheden en bezwaren tegen de voorliggende MER-1e fase onder de aandacht van de staatssecretaris worden gebracht.
Ook anderen worden opgeroepen een zienswijze in te dienen. Dat kan tot 8 juli 2013. Een handreiking daartoe zal worden gepubliceerd op www.rona-info.nl in de week vóór 8 juli, de uiterste indiendatum.

Informatiebijeenkomsten
Het Ministerie van M&I en ProRail organiseren een reeks informatiebijeenkomsten waarvan er voor onze regio nog twee openstaan. De Dorpsraad roept de inwoners van Gorssel op deze bijeenkomsten te bezoeken, vragen te stellen en uw kritiek op de plannen te uiten.

  • Maandag 24 juni in de Deventer Schouwburg, Leeuwenbrug 2, 7411 TJ, Deventer
  • Donderdag 27 juni in de brasserie van De Boode, Brink 10, 7437 ZG, Bathmen.

In beide gevallen van 17.00 uur tot 21.00 uur.
 

Samenvatting kritiekpunten op de MER

Een korte samenvatting van de belangrijkste kritiekpunten op de MER-1e fase:

  • De vier alternatieve tracés worden niet vergeleken met de huidige situatie maar met een zg referentiesituatie. Het beeld dat op deze wijze ontstaat is geheel afhankelijk van die referentiesituatie. De gevolgen op gebied van geluid, trillingen, gevaar en risico’s worden berekend aan de hand van de dan (2030) geldende nu bekende wetgeving.
  • De hinder tgv trillingen wordt gerelateerd aan Richtlijnen, die betrekking hebben op schade aan draagconstructies. Schade aan niet dragende delen (‘scheurtjes in stucwerk’) en hinder door trillingen bijvoorbeeld in de nacht vallen buiten de beschouwingen, een ernstig gebrek in de belangenbehartiging van de aanwonenden.
  • In de referentiesituatie worden géén maatregelen genomen, maar stijgen de aantallen goederentreinen wél. De prognoses zijn t.o.v. eerdere prognoses met 20% naar beneden bijgesteld.
    Doordat in de referentiesituatie geen maatregelen zijn genomen worden de vier varianten voor tracés vanzelf verbeteringen t.o.v. die referentie. De houdbaarheid van de “prognose” is daarmee start van discussie. Het is meer een ‘ambitie’, gestuurd door de groei-ambities van het Rotterdams Havenbedrijf.
  • De toegestane hoeveelheden gevaarlijke stoffen (aantallen ketelwagens) zijn zodanig gekozen dat het risico niet minimaal is, maar maximaal op het niveau dat nog juist geen maatregelen nodig zijn. In de onderzoeken is niet meegenomen wat er in geval van een calamiteit gebeurt met het vervuilde bluswater in combinatie met rioleringen, en drinkwaterwingebieden.
  • Het belang van spoorgoederenvervoer voor de Nederlandse economie is gering. Voor de gehele export maakt goederenvervoer slechts 4% van het volume uit. Transport over water (binnenvaart en zg ‘short sea’) en over de weg nemen het leeuwendeel voor rekening.
  • De overheid heeft besloten om gefaseerd in geheel Nederland het beveiligingssysteem ERMTS in te voeren. Daardoor kunnen treinen korter op elkaar rijden. De capaciteit op de Betuwelijn, die nu nog lang niet is vol gebruikt, kan daardoor omhoog. Het is dan niet meer nodig om elders goederencapaciteit toe te voegen. ERMTS is een duur systeem. Het heeft de voorkeur het beschikbare geld daaraan uit te geven, en niet aan de GON-plannen.
  • De vervoerder op het spoor is veelal DB-Schenker, een Duitse verlader die met buitenlands materieel spullen uit het buitenland naar Duitsland en andere buitenlanden vervoert. Het belang voor de Nederlandse economie is gering. De toegevoegde waarde van de doorgaans weder-export is gering. De bijdrage aan de werkgelegenheid voor Nederland is gering. De vervoerder betaalt niet de kostprijs van het vervoer over de voor hem aangelegde spoor. Feitelijk subsidieert de overheid het goederenvervoer met belastinggeld. Dat betekent dat de bewoners van de getroffen dorpen en streken meebetalen aan hun eigen hinder.
  • De bestaande tracés voor de GON-plannen zijn ongeschikt voor goederenvervoer. De onlangs geactualiseerde MER 1998 over de Noordelijke aftakking van 15 jaar geleden vond dat ook. De GON-plannen zijn onnodig en te duur. Er is geen nut en noodzaak.
  • De schatting van de kosten van de plannen is er nog niet. Er zijn alleen kosten geschat die de varianten vergelijkbaar moeten maken. Kosten die gemaakt moeten worden voor het traject Arnhem Velp Dieren Brummen Zutphen Eefde, dwars door dorpen etc, komen in deze MER 1e fase  nog niet voor.
  • De kosten voor de compensatie voor de waardevermindering van onroerend goed is in het geheel buiten beschouwing gelaten! Het RONA schat deze waardevermindering grofweg op zo’n 15%, bovenop de 15% waardedaling door de bouw- en huizencrisis. Deze planschade wordt niet genoemd, reden voor zwaar aangezet protest van de betrokkenen.

 
Gorssel, 20 juni 2013