20. De Muyl en boerderij De Bloedkamp
Eefdese Enkweg 1
7213 EB Gorssel
Boerderij De Bloedkamp kreeg zijn naam na de gruwelijke moord op 350 Zutphenaren. Zij werden in 1572, na inname van hun stad door Don Frederik de Toledo, zoon van de gevreesde hertog van Alva, in de fruitboomgaard van herberg De Muyl opgehangen. De herberg werd in de brand gestoken. Vroeger vergaderden daar de markegenoten van Eschede. Verder bezienswaardig: langs de Eefdese Enkweg via het eerste fietszandpad links het ‘ooievaarsdorp’ en de prachtige Voskolk.
Keer daarna om veiligheidsredenen, namelijk vanwege de gevaarlijke onoverzichtelijke oversteek over de provinciale weg, terug op de oorspronkelijke fietsroute die de Gorsselse Enkweg volgt naar het dorp.
De Muyl
Het zogenoemde ‘Bloedbad van Zutphen’ vond plaats na de inname van de stad op 16 november 1572. Zo’n 500 burgers werden getwee, ruggelings samengebonden, in wakken van de bevroren IJssel geworpen of naakt de stad uitgejaagd waardoor ze stierven in de vrieskou. De boomgaard van De Muyl strekte zich uit tot aan de boerderij De Bloedkamp, waarvan overigens niet met alle zekerheid vastgesteld kan worden of deze er toen al stond.
De Muyl is een erve met een rijke geschiedenis. Oorspronkelijk was het een herberg voor de vergaderingen van markegenoten of erfgenamen van de marke Eschede. Op het uithangbord stond het wapen van Gelderland en de postkoets stopte er.Het huidige pand dateert uit 1885. Op 1 mei 1885 namelijk werd de Muyl geheel door brand verwoest. Alleen het vee kon worden gered. Doordat de boerderij en de inboedel verzekerd waren kon de eigenaar Jan Willem Ilbrink het huis bouwen dat er nu nog staat.
De Bloedkamp
Het voormalig ooievaarsdorp
Het ooievaarsbroedstation/ooievaarsdorp ’t Zand’ begon in 1981 en sloot in 2013. Maar het is niet gesloten voor de ooievaars die daar nog altijd nestelen, op de palen, in de bomen, zelfs op het dak van de Gorsselse kerk bevindt zich een ooievaarsnest. Er zijn er weer genoeg in dit deel van de IJsselvallei. De ‘biotoop’ heeft zich hersteld, w.o. door de ontwikkeling van een groot ‘plasdrasgebied’. Door klimaatverandering en bij de (oorspronkelijke) broedstations blijft inmiddels meer dan een vijfde van de ooievaars overwinteren.
De nieuwelingen in de Marke, de novitii, dienden een ‘anker’, dat is een vaatje van 35 liter, wijn te geven en later werd het 14 gulden. Voor de vergunning om een nieuw huis neer te zetten leverde men in 1678 eveneens een anker wijn. Voor het recht van ‘schaapsdrift’, d.w.z. om 125 schapen in het veld te zetten, betaalde men in 1620 20 gulden, een anker rijnwijn en een vette hamel. (Dat is een gecastreerd mannelijk schaap.) (Bron: J. de Graaf, ‘Gorssels Verleden’, 1926, pg. 49) Na de vergaderingen van de markegenoten in De Muyl ging men altijd samen de kribben in de IJssel inspecteren. Of daar, gezien het kennelijk ruime drankgebruik, veel van terecht kwam vermeldt het verhaal niet.
Over de marken.
Omstreeks de 13e eeuw verenigden de eigenaren van de grotere boerenbedrijven zich om te voorkomen dat anderen aanspraak zouden gaan maken op de woeste gronden die overbleven na de ontginningen. De marke regelde voor de grondbezitters (markegenoten) het beheer en gebruik van de van de gemeenschappelijke grond. De markerichter zat de vergadering van de ‘gewhaarden’ (aandeelhouders) voor en besliste de gerezen geschillen. De Markeboeken bevatten interessante informatie over het dagelijks leven. Met de komst van de burgerlijke gemeenten in de Franse tijd verloren de marken steeds bevoegdheden. In het dorp Gorssel lagen de marken Gorssel en Eschede. In 1886 werden de marken wettelijk opgeheven, pas na 28 jaar waren alle daaruitvoortvloeiende kwesties opgelost.